aardige jongens

De jongen in de boom met de bloedneus
blijft daar dagen

Een ander valt juist steeds uit het verhaal

De jongens in de bomen zijn altijd aardige jongens
Van de bloeddruppels die in een argeloos ritme
het gras verdonkeren naar de aarde

Gevallen zoekt de ander steentjes om te eten

Wanneer de jongens in de bomen zitten
maken de kraaien kleine sprongetjes op het gras
en kronkelen de wormen

De jongen in de boom is een magere jongen

De ander te zwaar om op aarde te liggen

Zo zwaar dat hij moet blijven rennen
om weer in het verhaal te geraken


27 januari 2010: met dit gedicht ben ik in de categorie
4e tot en met 10e prijs van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd
terecht gekomen